C.1 Creërend vermogen
1. Conceptuele kennis
Criteria: Beschikt over ruime kennis, inzichten, vakconcepten en vaardigheden met betrekking tot de beeldende disciplines teneinde zelfstandig te kunnen werken.
De tentamens kunstgeschiedenis heb ik allen voldoende afgesloten. Geen hoge cijfers, wel voldoende. In de praktijk wordt duidelijk dat ik deze kennis ruim voldoende beschik om zelfstandig te kunnen werken. Ik presteer beter in de praktijk, dan vanuit de studieboeken.
Bewijsmateriaal:
Kunstgeschiedenis 4 : 6
Kunstgeschiedenis 5: 5.5
Hedendaagse kunst 1: 6
Hedendaagse kunst 2: 6
2. Bronnenonderzoek
Criteria: Kan op eindniveau onderzoek doen naar proces en product van kunstenaars/vormgevers en kan dit gebruiken bij het maken van eigen beeldend werk. Maakt hiervoor gebruik van meerdere bronnen.
Om tot een goed idee te komen, is het van belang dat je je laat inspireren door kunstenaars/vormgevers of andere inspiratiebronnen. Mijn inspiratie komt vaak uit een combinatie van verschillende dingen uit het alledaagse leven. Deze inspiratie omvat niet alleen de beeldende kunst, maar ook vaak de gedachten van de kunstenaars/vormgevers om tot een werk te komen.
Lees mijn scriptie in het analoog portfolio
Scriptie: 7.5
Bekijk mijn actieonderzoek
Bekijk het beoordelingsformulier van mijn scriptie over dit onderdeel.
3. Materiaal
Criteria: Beschikt over grondige kennis van de eigenschappen, mogelijkheden en uitdrukkingskwaliteiten van verschillende beeldende materialen. Maakt keuzes, combinaties en hanteert het materiaal aan de hand van de gewenst vorm, inhoud en de relatie daartus
Criteria: Heeft in ruime mate kennis en vaardigheden t.a.v. 2D, 3D, AV materialen, gereedschappen, technieken en uitdrukkingsmogelijkheden en kan dit toepassen.
Tijdens de opleiding heb ik met veel verschillende materialen mogen werken. Hierdoor heb ik een ruime kennis van deze materialen, waarbij verschillende technieken komen kijken. Onderaan deze pagina staat een fotoalbum met foto's van werken die ik onder andere tijdens de opleiding heb gemaakt.
3.1 Techniek - 3.2 Vormgeving - 3.3 Experiment en onderzoek
De techniek hangt vaak samen met wat voor materiaal je gebruikt en welke vorm je wilt hebben. Tijdens de opleiding heb ik opdrachten moeten maken waar een techniek aan vast zat. Bijvoorbeeld het schilderen van een dier of portret waar je in lagen moest werken. (zie fotoalbum onderaan de pagina)
Ik ben zelf meer van een onderzoekende houding en zoek op dat moment naar een techniek en vorm die bij mijn past. Ik kan leerlingen deze technieken goed overbrengen door middel van korte opdrachten waarin ze leren hoe deze technieken werken.
Opdrachten die ik zelf heb gemaakt en tijdens mijn LIO heb gegeven.
Constructief: 7
Animatie: 7
Grafiek: 6
5 minuten productie: 7
Model tekenen: 6
Flexibele materialen: 6
Computervormgeving 1: 6.9
Computervormgeving 2: 6.9
Computervormgeving 3: 7.9
Beeldend eindwerk: 6.5
Een opdracht waarbij vorm een belangrijk element is.
4. Creativiteit
Criteria: In staat zijn zelfstandig een beeldende probleemstelling te zoeken, te formuleren, beeldend onderzoek te doen en het probleem op creatieve, beeldende wijze op te lossen.
Om creativiteit bij leerlingen te ontwikkelen maak ik gebruik van open opdrachten, waarbij leerlingen gestimuleerd worden om zelf tot een ontwerp te komen en deze ui te voeren.
Zie fotoalbum hieronder voor enkele opdrachten die ik tijdens de opleiding heb gemaakt.
6. Werkproces
Criteria: Beschrijft, analyseert eigen (en andermans) werkprocessen en stelt bij. Toont ruimschoots inzicht aan in de verschillende typen werkprocessen via werkboek, werk en presentaties.
Dit onderdeel is altijd belangrijk voor mij geweest als leerpunt. Ik heb altijd sterk de neiging gehad om gelijk te denken in eindproducten, hierdoor werd het werkproces beperkt. Ook wanneer ik me wel degelijk bewust ben van een proces, vergeet ik de stappen te fotograferen. Ik ben dan te sterk gefocused op het maken van het werk, dan op het documenteren van het proces. Desondanks vind ik het proces vaak belangrijker dan het eindproduct. Zeker voor leerlingen.Ik vind het belangrijk dat leerlingen lekker bezig kunnen zijn. Als de leerlingen zich aan de eisen van de opdrachten kunnen houden en hun best doen hiervoor is het eindresultaat niet altijd het belangrijkste.
7. Visie en zienswijze
Criteria: Toont affiniteit en verschillen met andere kunstenaars en vormgevers aan, en creeert en verantwoordt een eigen signatuur, en een eigen visie op kunst en vormgeving.
8. Betekenisvorming
Criteria: Past kennis en vaardigheden toe om betekenissen/interpretaties van beelden te sturen door inhouden op een specifieke wijze vorm te geven en te communiceren. De invloed van de context betrekken op het werk en op de betekenisgeving en interpretatie.
Ik heb met mijn beeldend eindwerk 'De tijd vliegt' een beeld gemaakt waarbij de betekenis van de vorm en het materiaal het verhaal vormt. In dit geval gaat het om een spiraalvorm van hoefijzers die een opwaartste beweging laten zien wat de weg naar de toekomst is voor mij. Een jong boompje in het midden van de spiraal laat de bloei en groei zien van mijn leven.
Ik heb tijdens mijn LIO een opdracht gegeven waarbij de leerlingen inktvlekken moesten maken. Daarna moesten ze klassikaal aangeven wat zij er in zagen en hoe wij als kijker dit konden zien. Op deze manier moesten leerlingen hun eigen interpretatie geven aan wat ze hadden gemaakt.
Beoordeling scriptie 'De tijd vliegt'
9. Presenteren en tentoonstellen
Criteria: Houdt rekening met verschillen in waardering van kunst (esthetische producten). Maakt eigen werk toegankelijk voor publiek bijvoorbeeld door middel van een tentoonstelling of (digitale) presentatie.
Mijn beeldend eindwerk heb ik tentoontgesteld in Leeuwarden.
Ik heb tijdens mijn LIO een tentoonstelling georganiseerd waarbij de opdracht 'Monsters' werden getoond via filmpjes die de leerlingen hadden gemaakt van hun eigen gemaakte monsters.
Tijdens mijn opleiding heb ik met een medestudent een decor gebouwd voor de nationale voorleeswedstrijd van de provincie Friesland.
Onderwijsleerbedrijf: 8
Een filmpje hiervan is onderaan de pagina te vinden.
10. Een relevante tentoonstelling bezoeken
Criteria: Met medestudenten een vakrelevant tentoonstellingsbezoek of excursie voorbereiden en deze bezoeken met leerlingen, medestudenten of cursisten.
Een belangrijke tentoonstelling/excursie waar ik ben geweest was in Berlijn, waar we aan het begin van de opleiding zijn geweest met de klas. Verder heb ik wel enkele tentoonstellingen gezien waaronder De Pont. De tentoonstelling 'Now Japan' in de Kunsthal Kade in Amersfoort. Tijdens mijn LIO ben ik onder andere mee geweest naar Scheveningen waar we enkele tentoonstellingen hebben bezocht met 4 Havo/VWO leerlingen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb